Een grote wens was om nieuwe werkende leden te vinden die een
blaasinstrument bespeelden. Het meest welkom waren hobo?sten,
hoornisten en bassisten. Dus alle instrumenten die men in de
muzieksalon niet durfde mee te brengen waren bij Symphonia op hun
plaats. Het was de bedoeling de dure beroepsmusici te vervangen.
Vooral een harpiste was een dure kracht en daarom zou zij als lid met
open armen worden ontvangen. Voor alle zekerheid schreef de secretaris
er achter: "In figuurlijke zin natuurlijk."
Maar Symphonia ging, wat voordracht en expressie betrof, steeds beter de puntjes op de i zetten en onder een vakman als Rijken was dat een verheugend feit. Het verhaal deed de ronde dat een van de repetities waarbij een 'zwaar' werk werd ingestudeerd dat Rijken maar niet naar zijn zin kon krijgen, heeft geduurd tot 's morgens acht uur.
Alleen de stemming van het orkest spotte nog steeds met alle welwillendheid. Er ontstonden allerlei akkoorden die de zaligheden lieten voorproeven van een paradijs waarin het kwart-tonenstelstel zal worden 'gehuldigd'. Er was een duurzame onenigheid op de weg van de zuiverheid tussen houten blaasinstrumenten onderling en de hoorns. Het geluid was soms meer een uiting van buikpijn dan van hartzeer.
Toch waren er ook verrassende concerten zoals een uitvoering van Haydns tweede symfonie die zo uitnemend klonk dat menig ensemble van vakmusici het de dilettantenvereniging niet zou hebben verbeterd.