Koninklijke Orkestvereeniging Symphonia

Georg Rijken, dirigent van 1896 tot 1936

Hoon en applaus wisselen elkaar af

Eveneens in 1912 vond een merkwaardig liefdadigheidsconcert plaats in de Sociëteit Harmonie, waarbij de zaal geheel gevuld was. Het orkest speelde het pianoconcert in a van Grieg, uitgevoerd door... de Meisterspiel-Phonola. Deze mechanische piano gaf via rollen niet alleen de noten maar ook de dynamiek en frasering van een interpretatie weer.

De bekende pianoleraar Johannes Sikemeier (1838-1920) hielp Rijken bij het instuderen van het pianoconcert op de Phonola. De Blüthner-vleugel produceerde mooie klanken, op initiatief van de vernuftige machinerie. Het was geen ideale vertolking, meer een machtsvertoon. De uitvoering werd gegeven ten bate van de Nederlansche Vereeniging tot Bestrijding van Lupus.

Bij een uitvoering in 1913 was het weer goed mis. De orkestleden maakten voordat het concert begon een geweldig lawaai bij hun pogingen hun instrumenten op één toonhoogte te stemmen. Men kon niet anders denken dan dat nu het ideaal van onderlinge zuiverheid was bereikt. Bij 'nader onderzoek' bleek dat geenszins het geval te zijn. Zelden waren de oren van de toehoorders van zo'n 'schrijnende' ontstemming getuige geweest.

Toch waren er ook pluspunten. Stadgenote Anna Lambrechts-Vos (1876-1932) vroeg aandacht voor haar nieuwe compositie Die heilige Sonne, voor bariton en orkest die onder haar leiding werd uitgevoerd. Zij kreeg luide toejuichingen, hoewel de uitvoering verre van gelukkig was.

Verder vroeg de knappe violist Niel Vogel aandacht voor een oud instrument dat hij in ere wilde herstellen: de viola d'amore, een veelsnarige viool, iets groter dan een alt. Hij legde veel eer in de voordracht van een werk van Carl Stamitz (1745-1801). De klank was "fantastisch schoon, een geluid vol kleur en tederheid".

naar boven