Koninklijke Orkestvereeniging Symphonia

Henk Briër, dirigent van 1966 tot 2001

Een laatste reddingspoging

In 1996 werkten twee 'oude bekenden' mee, namelijk de koren uit Roelofarendsveen en Leiden. Op het programma stonden de mooie Liebesliederwalzer en het Schicksalslied van Brahms. Evenals vroeger werkten nu weer geregeld de eigen orkestleden mee als solisten bij de concerten. In 1997 viel deze eer te beurt aan de klarinettisten Ellen Mans en Ulbe Jan Wielinga. Zij waren de solisten in het Concertstuk no. 2 in Bes, opus 114, voor twee klarinetten en orkest van Mendelssohn. Vanzelfsprekend stelden zij het erg op prijs nu eens met een echt orkest te mogen optreden.

Het bestuur van Symphonia wees steeds op de noodzakelijke groei van het aantal leden om het voortbestaan niet in gevaar te laten komen. De problemen waren voor het bestuur aanleiding om tijdens de algemene ledenvergadering op 6 december 1999 de toekomst van Symphonia weer op de agenda te zetten. Het structurele gebrek aan strijkers werd door het bestuur gezien als de grootste bedreiging voor het voortbestaan van het orkest. Bovendien dreigde de vereniging door gebrek aan voldoende leden de subsidie kwijt te raken. Pogingen het aantal strijkers uit te breiden waren tot nu toe helaas mislukt.

Het bestuur putte hoop uit de gesprekken die met het Rotterdams Symfonie Orkest KOV werden gevoerd over een eventuele fusie, zodat het voortbestaan van Symphonia gered zou kunnen worden. Helaas leidden deze gesprekken niet tot een vorm van samenwerking en daarom werd op 27 maart een nieuwe vergadering uitgeschreven, waarbij weer de vraag centraal stond hoe verder te gaan.

naar boven