Koninklijke Orkestvereeniging Symphonia

Bertus van Lier, dirigent van 1938 tot 1942

Alles wordt schaars, ook muziek

In december 1942 kreeg Symphonia bericht dat het predikaat 'koninklijk' niet langer mocht worden gevoerd: '

Ik draag U op van alle brieven en gedrukte stukken van Uw vereeniging uitgaand, het praedicaat "Koninklijke" te verwijderen en verwijderd te houden.8)

De secretaris van Symphonia antwoordde dat hij erop vertrouwde dat het nog voorradige papier en de briefomslagen konden worden opgebruikt, omdat het onder de huidige omstandigheden moeilijk te verantwoorden zou zijn het aanwezige papier te vernietigen nog afgezien van de moeilijkheid nieuw te laten drukken. Het woord 'koninklijk' zou worden doorgestreept.

In 1943 kreeg het bestuur bericht dat Symphonia was onderbracht bij de Nederlandsche Bond van Arbeiders- Muziekvereenigingen. Men moest contributie betalen en de ledenlijst sturen. De bond hoopte "op de meest prettige wijze" samen te werken. Kort erna dreigde de bond met inbeslagname van de bezittingen van het orkest, omdat er geen ledenlijst was ontvangen en geen contributie en auteursrechten waren betaald.

Symphonia antwoordde niet, want inmiddels bestond het orkest formeel niet meer. In het nationaal-socialistisch blad De Schakel van 30 april 1943 kwam de volgende passage voor:

Het "Symphonia"-orkest heeft zeker geen onverdienstelijke staat van dienst weten te boeken..., maar sinds de Kunst is losgemaakt van particuliere belangensferen en de overheid is begonnen met orde op zaken te stellen, is dit ensemble blijkbaar (eveneens) de weg van de minste weerstand gegaan. Men heeft er althans niets meer van vernomen.9)

De saamhorigheid bleef bestaan door de bijeenkomsten waarbij de leden kamermuziek verzorgden: een oase in die rampzalige tijd. Door zich te verdiepen in de meesterwerken van de grote componisten was het mogelijk de ellende en de angst gedurende enige uren te vergeten.

Na de tweede kamermuziekmiddag op 16 april 1944 was onder invloed van de steeds zwaardere omstandigheden - razzia's, huisarrest, toenemend voedseltekort en gebrek aan licht , vuur en vervoer - het musiceren in verenigingsverband onmogelijk geworden. Gedurende de rest van de oorlog bleef het orkest daarom ondergedoken. Maar het woord 'dilettare' betekent niet voor niets 'beminnen'. Het kenmerk van een dilettant is: doorgaan met musiceren.

noten
  1. Rotterdamsch Nieuwsblad, 13 december 1938
  2. Brief W.S. Mersel, 21 april 1939, in Symphonia Gedenkboek deel 1, gemeentearchief Rotterdam
  3. Voorwaarts, 30 december 1940
  4. Brief Frits Pot jr, November 1941, in Symphonia Gedenkboek deel 1, gemeentearchief Rotterdam
  5. Brief Frits Pot jr., 11 augustus 1942 in : Jaarverslagen 1913-1971, gemeentearchief Rotterdam
  6. Brief Muziekgilde der Nederlandsche Kultuurkamer, afd. Volksmuziek, 14 augustus 1942
  7. Brief Frits Pot jr., 17 augustus 1942
  8. Brief Muziekgilde, 16 december 1942
  9. W.S. Mersel in Symphoniakroniek 1952, p 35
naar boven